Het is vandaag z’n dag niet. Dat zie ik meteen als ik bij meneer naar binnen loop. Eerst maar even rustig gedag zeggen en vragen of ik bij hem mag komen zitten. Het mag, al laat hij me dat met een wat stuurse blik en een hoofdknik weten.
Meneer heeft een ernstige hersenbloeding gehad en heeft daar o.a. afasie aan overgehouden. Hij kan zich daardoor nauwelijks via taal uitdrukken en dat frustreert hem soms enorm. Zo ook vandaag.
”Met tranen in zijn ogen knik hij heftig ja”
Door zijn hand op zijn hart te leggen, wil meneer mij iets duidelijk maken. Meestal betekent het dat hij niet lekker in zijn vel steekt, dat hij verdrietig is. Als ik dit bij hem navraag, zegt hij dat het klopt. Door enkele vragen te stellen, probeer ik te begrijpen wat er precies aan de hand is. Hij wijst naar de kast en zegt ‘papier’. Ik loop er naar toe en zie daar twee A4tjes liggen. Het blijken twee gedichten te zijn. Ik ben even stil terwijl ik ze lees en ik snap direct waarom hij mij hierop attendeert. Op mijn vraag of ik ze hardop mag voorlezen knikt hij ja. Nadat ik één van de gedichten heb voorgelezen, kijk ik hem aan en vraag hem of dit gedicht zijn gevoel weergeeft. Met tranen in zijn ogen knikt hij heftig ja. Ik ben ontroerd. Wie het daar heeft neergelegd weet ik niet, wel dat het van grote betekenis is voor meneer. Hierdoor kan hij mij, en anderen, laten weten hoe hij zich echt voelt. Het stuurse in zijn blik is verdwenen en opluchting is in de plaats gekomen. Als we samen een kopje koffie drinken zie ik een glimlach op zijn gezicht.
De buitenkant, de binnenkant
Oh ja, ik kan weer meedoen
ik kan weer vrolijk zijn
de buitenkant die gaat wel
vanbinnen zit de pijn
Oh ja, het gaat weer beter
kijk hoe ik weer geniet
de buitenkant die wil wel
vanbinnen huist verdriet
Oh ja, ik wil wel leven
ik doe al aardig mee
de buitenkant moet verder
de binnenkant zegt ‘nee’
Maar af en toe geniet ik echt
met hen die naast me staan
die weten en ook voelen
dat het echt nooit meer
echt zal gaan.
Eva van Maele.