Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Rugzak

Ze is boos, verdrietig en wanhopig. ‘Ik ben echt de weg kwijt. Ik weet niet wat ik moet doen. Ik weet niet eens of ik wel iets kán doen.’ Het blijft even stil aan de andere kant van de lijn. ‘En zelfs of ik nog wel iets wíl doen,’ voegt ze er met een zucht aan toe. ‘Maar ik zal wel moeten.’

Eerder in de week is haar vader overleden, na een lange periode waarin ze nauwelijks contact met hem had. Al vroeg zijn haar ouders gescheiden en hij is sindsdien ‘nogal afgezakt’, zoals dochter het uitdrukt. ‘Ik ben op enig moment opgehouden om hem te redden. Kennelijk wilde hij dit: een leven met schulden, drank, gedoe…  Hij zorgde erg slecht voor zichzelf.’

Het raakt haar wel degelijk, zie ik als we tegenover elkaar zitten. Tegelijk is er ook de boosheid om de schulden die vader achterlaat. Hij stond al een tijd onder curatele. Ze zou er nu verstandig aan doen de nalatenschap te verwerpen, maar het stuit haar tegen de borst: ‘moet ik dan nu de maatschappij hiermee opzadelen?’ Zelf kan ze de schuldenlast echter ook niet dragen. Ik zie hoe  de boosheid haar verdriet om een vader, die nooit een echte vader is geweest en het ook nooit meer zal worden, in de weg zit. Dat raakt me. Ik loop met haar de stappen door die nu gezet moeten worden en help haar te aanvaarden dat dit, ondanks alles, de beste optie is.

        ”Ze zou er nu verstandig aan doen de nalatenschap te verwerpen, maar het stuit haar tegen de borst”

Dan volgt een volgende tegenslag: de curator heeft eerder een fout gemaakt waardoor de uitvaartverzekering niet wordt uitbetaald. ‘Ik vind het onverteerbaar dat juist degene die zich nog zó heeft ingespannen om een bij ons passende uitvaart te regelen, nu het nakijken heeft,’ zegt dochter. Ik zoek contact met de curator en de betreffende instanties en het lukt met enige moeite om dit recht te zetten.

In de weken die volgen hebben we nog regelmatig contact, tot de laatste formaliteit is afgewikkeld. Dan wordt er een prachtboeket bezorgd. ‘Dank dat Cretio mijn reisgids op dit moeilijke pad was. Ik kan weer verder.’
Ik gun haar voor de vervolgroute een lichtere rugzak.