Het is een drukke dag en mijn agenda zit best vol. Een broodje in de auto en na de lunch een afspraak met een meneer die mij belde over een zieke vriendin die zorg en aandacht nodig heeft. Het verkeer zit tegen en ik zie dat ik later aankom dan de afgesproken tijd. In de auto bel ik met meneer en verontschuldig me dat ik iets later ben. “Doe rustig aan” zegt hij “ik wacht buiten op je en hoop dat we elkaar herkennen”. Hij zegt dat hij geen roos in zijn knoop gat heeft en samen moeten we daar hartelijk om lachen.
De auto heb ik geparkeerd bij het winkelcentrum want daar hebben we afgesproken. De vriendin waar het gesprek over gaat, ga ik als het goed is later ontmoeten. Ik loop met een stevige pas naar de ingang en daar zit een keurig nette oudere man op zijn rollator. We kijken elkaar aan en gek genoeg herkennen we elkaar. Nogmaals bied ik mijn excuus aan en hij heeft alle begrip. “Kom, we gaan iets drinken” zegt hij. Tijdens ons gesprek vertelt hij over de situatie van deze goede vriendin. Geen kinderen, geen familie en nu ongeneeslijk ziek. Ze wil niet naar een verpleeghuis en misschien in een later stadium naar een hospice. Er is een beetje thuiszorg maar er is behoefte aan meer. Dat meer geeft meneer nu iedere dag zelf. Hij maakt per dag 60 kilometer om naar haar toe te gaan en voor haar te zorgen.
”We hebben niet nog iemand benoemd in haar levenstestament en dat is niet zo slim geweest.”
Vooral praktische zaken regelt hij. De boodschappen, de vuilniszakken naar buiten, haar eten opwarmen en de afwas daarna en zorgen voor wat aandacht en gezelligheid. Op de vraag wat hij nu van mij verwacht is hij duidelijk: “wanneer ik er niet meer ben, weet ik niet wie deze zorg gaat overnemen”. Ik kijk hem wat vragend aan en dan vertelt hij mij dat hij 95 jaar is en ondanks zijn goede gezondheid, een mens van de dag. “Het kan zomaar afgelopen zijn” zegt hij op met een lach op zijn gezicht.
Hij is gevolmachtigde van deze vriendin en een van de weinigen die nog echt naar haar omkijkt. Als je ouder bent, wordt je netwerk steeds kleiner en ook hij merkt dat. “We hebben niet nog iemand benoemd in haar levenstestament” zegt hij “en dat is niet zo slim geweest”. Met de leeftijd die hij inmiddels heeft kan het zomaar zijn dat hij een gevolmachtigde nodig heeft die voor hem zorgt, zegt hij met enige zelfspot. Het leven van de vriendin is misschien nu wel bijna tot een einde gekomen maar een gevolmachtigde die ruim 25 jaar ouder is, was/is wel een risico vinden wij beiden. “We hadden dit beter anders kunnen doen, met iemand anders, iemand zoals jij” zegt hij. We zijn het er over eens dat dit inderdaad toen beter was geweest maar dat we het nu moeten doen met de situatie zoals deze is. We gaan er samen naar kijken, maar eerst kennismaken met de vriendin.
We hebben een paar weken de praktische zaken van hem over kunnen nemen en tijdens de gesprekken met de accountant van mevrouw over een tweede volmacht, is de vriendin verhuisd naar het hospice. “Het gaat niet lang meer duren en wij denken dat ik deze tijd er nog wel ben om een eventuele volmacht uit te voeren” zegt meneer “maar ik ben ook de executeur en ik kom straks graag bij je voor ondersteuning, raad en advies”. Samen gaan we ervoor zorgen dat haar nalatenschap goed wordt afgehandeld want samen weten we meer dan alleen!