Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Van warboel naar perspectief

Niemand wist hoe hij werkelijk leefde, dit mocht niemand zien, niemand weten en hij hield daarom iedereen buiten de deur. Tot op die ene dag ….

Het is prachtig weer en we zitten op een terrasje in de zon. Voor ons op tafel staat koffie mét appelgebak. “Op jouw verjaardag” zeg ik, terwijl ik mijn kopje omhoog houd. Hij lacht en kijkt een beetje verlegen. “Hoe lang is het geleden dat je met iemand jouw verjaardag hebt gevierd?” vraag ik. Hij is even stil en zegt dan “dat weet ik nog precies, de laatste keer was in 1992 …….” Ik kijk hem aan en als een soort echo herhaal ik “in 1992 ….. …, dat is lang geleden. Hoe is dat nu voor jou om deze dag samen met iemand te kunnen vieren?” vraag ik hem. Hij vertelt me dat hij blij is om dit moment met mij te kunnen delen en dat hij vooral blij is met de wending die zijn leven heeft gekregen. “Dankzij jou” zegt hij er bij. Ik antwoord meteen “nee, dankzij jouzelf!”. “Dat je op dit punt bent gekomen, heb je vooral aan jezelf te danken”, zeg ik. Hij knikt en zegt “ja dat is wel zo, maar dank zij jouw ondersteuning en die van mijn werkgever”.

        ”Na een ingrijpende gebeurtenis was het hem letterlijk én figuurlijk boven het hoofd gegroeid.

Wat ben ik trots op deze man. Wat een stappen heeft hij in het afgelopen half jaar gezet. Ik vraag hem “weet je nog toen ik je voor het eerst ontmoette, in jouw huis?”.  “Ja”, zegt hij, “als de dag van gisteren”. Hij vertelt hoe zijn huis letterlijk een puinhoop was, nauwelijks nog bewoonbaar. Hoe hij niet meer wist hoe hij dit zelf moest aanpakken en oplossen. Na een ingrijpende gebeurtenis was het hem letterlijk én figuurlijk boven het hoofd gegroeid. Alles had er onder te lijden, zijn gezondheid, zijn financiën én zijn sociale contacten. Niemand wist hoe hij werkelijk leefde, dit mocht niemand zien, niemand weten en hij hield daarom iedereen buiten de deur.

Tot op die ene dag….  Hij vertelt verder over deze dag, dat hij onwel was geworden op zijn werk en zijn leidinggevende hem thuis bracht. Hij had nog geprobeerd hem buiten de deur te houden, maar dat was niet gelukt. Zijn geheim zou niet langer verborgen blijven. “Tja”, vertelt hij verder, “nu ben ik blij dat dit gebeurd is, dat mijn leidinggevende mijn situatie heeft gemeld bij Personeelszaken. En dat mijn werkgever hulp heeft geboden en zij jou gevraagd hebben om mij te begeleiden. Om hulp vragen had ik zelf nooit gedaan”, zegt hij.

“Ja,”, ga ik verder, “we zijn stap voor stap op weg gegaan. Je bent steeds meer initiatief en verantwoordelijkheid gaan nemen waardoor je meer zelfvertrouwen hebt gekregen. En rust en ruimte in jouw hart, in jouw huis en in jouw financiën. En kijk eens naar je gezondheid, ook die gaat vooruit.” Hij knikt en zegt verlegen “ik ben heel blij dat ik dit proces aangedurfd hebt, dat ik je durfde te vertrouwen.” Ons gesprek gaat verder. Hij weet dat hij er nog niet is. Dat hij nog hard moet, nee, wíl werken aan zichzelf en dat hij daar nog ondersteuning bij nodig heeft.

Het traject vanuit de werkgever is inmiddels beëindigd, maar ik blijf hem voorlopig als vertrouwenspersoon ondersteunen. Er is nog veel te doen én hij is goed op weg. Ik mag hem nog een tijdje begeleiden bij al die mooie stappen die hij nog wil en zal gaan zetten, al dan niet met hulp van andere professionals. Zijn werkgever is ook blij over hoe hij zich heeft ontwikkeld en met elkaar gaan we aan de slag om te kijken hoe hij de komende jaren, richting zijn pensioen, zijn werkzame leven kan afbouwen en zijn privéleven verder kan opbouwen. Hoe bijzonder is het dat deze organisatie in verschillende opzichten heeft willen investeren in het leven van deze werknemer en wat ben ík dankbaar dat ik hem hierbij mag ondersteunen. Dat ik een bijdrage mag leveren aan zijn ontwikkeling en perspectief in zijn leven. “Want” zegt hij aan het einde van ons gesprek: “ik zie mijn leven weer zitten, ik heb er weer zin in!”.