Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Zijn dorp

 

Meneer zit aan de keukentafel met de ogen dicht als ik binnen kom lopen. Voorzichtig ga ik naast hem zitten, leg mijn hand op zijn arm en zeg zachtjes zijn naam. Hij schrikt een beetje en kijkt wat verbaasd op. Meneer is net verhuisd naar een verpleeghuis en is nog niet helemaal gewend aan zijn nieuwe woonomgeving. Hij mist zijn oude dorp en de contacten die hij daar nog volop had.

Vandaag heb ik zijn dochter beloofd nog wat onafgeronde zaken op te pakken. Daarvoor moet ik naar ‘zijn’ dorp. Het lijkt me een goed idee om bij hem langs te rijden en te vragen of hij zin heeft om mee te gaan. Wanneer ik hem meevraag, verschijnt er een grote glimlach op zijn gezicht. Zo snel als hij kan, schuift hij zijn stoel achteruit en loopt naar zijn appartement om zijn jas en hoed op te halen. Al gauw zijn we op weg.

        ”Met elke pas die hij zet zie ik zijn glimlach groter worden”

Aangekomen in het dorp doen we een rondje langs de opticien, de audicien en de juwelier. Iedereen herkent meneer en maakt graag een praatje. Met elke pas die hij zet zie ik zijn glimlach groter worden en vertelt hij steeds enthousiaster over zijn tijd in het dorp maar ook hoezeer hij het mist.

Na een heerlijke kop koffie in zijn favoriete restaurant rijden we terug naar zijn nieuwe huis. Meneer zit stil naast me en als ik opzij kijk zie ik dat hij zijn ogen dicht heeft. Na een tijdje leg ik voorzichtig mijn hand op zijn arm en zeg zachtjes zijn naam. Als hij een beetje verbaasd naar mij kijkt, zeg ik: “we zijn er, u bent weer thuis”. Hij geeft me een grote glimlach en zegt: ‘ ik heb genoten vanmiddag Anita, dank je wel daarvoor”. Als ik terug rij naar huis voel ik ook bij mijzelf een glimlach opkomen. En ik voel dankbaarheid. Dankbaarheid omdat ik vandaag met dit uitstapje voor meneer het verschil heb kunnen maken.